Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op het basisonderwijs, enz. (het totstandbrengen van onder meer een Wet op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra)

 

Artikel XXXIV OMZETTING SO-LOM/MLK/IOBK-SCHOLEN IN NEVENVESTIGING VAN SPECIALE SCHOOL
1
Met ingang van 1 augustus 1998 kan aan een speciale school voor basisonderwijs een nevenvestiging verbonden zijn indien
a
de nevenvestiging op 31 juli 1998 bekostigd werd als
1
een zelfstandige school voor speciaal onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden of moeilijk lerende kinderen,
2
een scholengemeenschap voor speciaal onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden en moeilijk lerende kinderen,
3
het speciaal onderwijs van een zelfstandige school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden of moeilijk lerende kinderen,
4
het speciaal onderwijs van een scholengemeenschap voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden en moeilijk lerende kinderen,
b
ingeval het betreft een nevenvestiging van een openbare school die in stand wordt gehouden door een andere rechtspersoon dan de gemeente op wier grondgebied de nevenvestiging is gelegen, die gemeente bij notariƫle akte de instandhouding van de school die nevenvestiging is geworden, heeft overgedragen aan die andere rechtspersoon, en
c
van de omvorming tot nevenvestiging voor 1 mei 1998 of, indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst na 2 april 1998 wordt uitgegeven, binnen 4 weken na de datum van uitgifte van dat Staatsblad, mededeling is gedaan aan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en, indien het betreft een situatie als bedoeld onder b, onder overlegging van de opgave waaruit blijkt dat aan het vereiste onder b is voldaan.
2
Bij de akte, bedoeld in het eerste lid onder b, worden tevens overgedragen de rechten die het bevoegd gezag van een school toekomen ten aanzien van het gebouw en terrein, alsmede ten aanzien van de roerende zaken. In de akte wordt bepaald dat de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de akte van aanstelling, aan de school aanstelt met ingang van de datum van overdracht.
3
Door overdracht met inachtneming van het eerste en tweede lid, treedt de verkrijgende rechtspersoon in alle uit de wet voortvloeiende rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger voor zover deze zijn hoedanigheid van bevoegd gezag betroffen.
4
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen deelt voor 1 augustus 1998 of, indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst na 2 april 1998 wordt uitgegeven, binnen 3 maanden volgend op de mededeling, bedoeld in het eerste lid onder c, aan het bevoegd gezag van de beoogde nevenvestiging schriftelijk mede of de nevenvestiging zal worden bekostigd.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •